Benonies

De BENONIES, spelen vrolijke en melancholieke, opzwepende en melodieuze muziek.
In 1983 richtten enkele conservatorium-studenten samen met een tweetal beeldend kunstenaars een bandje op. Om swingende en nostalgische muziek te maken, vaak afkomstig uit de prachtige Italiaanse films van vooral Fellini. Daarna werd het repertoire uitgebreid met onder meer klezmer, muziek uit Zuid Amerika en uit de Balkan. Maar ook met liederen uit de Duitse theatermuziek van twintiger en dertiger jaren uit de twintigste eeuw.
Kortom een gevarieerd repertoire van opera-, jazz-, circus-, theater- en filmmuziek met als specialiteit Italiaanse muziek. De leukste muziek gespeeld door de kleinste Big Band van Nederland.

Nu, ruim dertig jaar later, bestaan de Benonies nog steeds. Is er talloze malen opgetreden op feesten, exposities, bruiloften, filmfestivals, voor kroonprinsen, en premiers, tijdens uitbundige Italiaanse diners, in kastelen, musea, gevangenissen, op straat, bij circusvoorstellingen enz. enz. Is het repertoire omvangrijk en divers, is de band nog springlevend en zijn er twee cd’s, Milano en Roma opgenomen.

De Benonies bestaan uit : Joost van Son – accordeon, Babette Jane – sopraansaxofoon, Titus Dekker – altsaxofoon, Hans Terhorst – gitaar, Dirk Jan de Koning – slagwerk, Harm Wijntjes – contrabas, Jetta Starreveld – zang.
De arrangementen zijn door Ivo Boswijk en Joost van Son gemaakt.

italiaanse muziek

Wat schrijven anderen over de Benonies

Justus van Oel (cabaretier) ooit fluitist bij de Benonies :

“…… En nu, jaren later hoor ik ze weer terug, de onverslaanbare Benonies. Wat zijn ze goed geworden. Arrangementen om je vingers bij af te likken. Hardnekkig origineel gebleven in hun repertoirekeus en bezetting. Hun genre is niet de muziek maar de manier van spelen.
’t Is vrolijkheid met een gedachte er achter. Soms ironisch, maar altijd warm.
Van dorpsfanfare-speelt-symfonieorkest tot altsax-zingt-salsa. De onsterfelijke Benonies, dus. Straatmuziek die niet van de straat is. Kunst en cultuur die kroegen en bruiloften met glans overleeft.”